Ons verhaal begint in 1830. Pieter en Esther, twee jeugdvrienden, komen elkaar voor het eerst in meer dan dertig jaar weer tegen tijdens een begrafenis.
Samen blikken ze terug en nemen ze de toeschouwers mee in het verleden.
De periode van de Franse bezetting was bijzonder zwaar. De regering in Parijs zat door de vele oorlogen tot over haar oren in de schulden. Er werden dan ook zware belastingen opgelegd aan de bevolking. Bovendien werden de oogsten van landbouwers quasi volledig opgeëist om de Franse legers te voeden. De sluiting van de kerken en de invoering van een algemene dienstplicht maakten de Fransen alsmaar onpopulairder.
We vertrokken vanuit dit historisch kader en brengen met veel trots een verhaal van verzet, onderdrukking, trouw en liefde.